Congo DRC : En wat nu ?

0
5965

Congo DRC : En wat nu ?

 

Jean-Philippe Waterschoot - Délégué permanent de la CBL-ACP en RDC Administrateur de la CBL-ACP - représentant du groupe TEXAF
Jean-Philippe Waterschoot
Délégué permanent de la CBL-ACP en RDC
Administrateur de la CBL-ACP – représentant du groupe TEXAF

De DRC staat voor nieuwe uitdagingen met het oog op de nakende belangrijke verkiezingen, in een context van een administratieve reorganisatie van het land in 26 nieuwe provincies.

De DRC is het grootste land van Centraal Afrika en vertegenwoordigt een markt van bijna 80 miljoen inwoners. Het land beschikt over geweldige rijkdommen maar is nog niet in staat de juiste omstandigheden te scheppen voor een duurzame ontwikkeling, die noodzakelijk een diversifiëring van haar economie vergt door deze minder afhankelijk te maken van extractieve activiteiten. Daarenboven, en ondanks een gestadige groei, bestaan de mechanismen voor een rechtvaardige verdeling van de opbrengsten nog niet.

De gevolgen van de brutale zakking van de koers van de grondstoffen illustreren zwakke kanten van een economie die uitsluitend gebaseerd is op renteactiviteiten, veel te gevoelig aan deze exogene schokken.

Maar de ware rijkdom van een staat ligt elders, het wordt gemeten aan het aantal en de kwaliteit van de breinen en de competenties die kunnen opgeleid en voorbereid worden om haar ontwikkeling te verzekeren.

Het land heeft als voordeel te beschikken over een enorm kapitaal water, landbouw, bossen en toerisme, hetgeen talrijke diversifiëringen mogelijk maakt maar haar dimensie, de zwakheid van haar infrastructuren en haar belangrijke bevolking maken het nog moeilijk om deze uitdagingen aan te gaan.

Het oprichten van de nieuwe provincies heeft tot doel de administratie en de bevolking nader bij elkaar te brengen. Tijdens deze overgangsperiode, overlappen de bevoegdheden  van de Staat en deze van de provincies elkaar eerder dan elkaar te vervolledigen, hetgeen, vooral op fiscaal en parafisaal vlak, een rem betekent voor de ontwikkeling van werkgelegenheidscheppende economische activiteiten en toegevoegde waarde in het binnenland, in regio’s die reeds benadeeld zijn door een klemmende insluiting.

Iedereen heeft er baat bij dat de DRC een regionale macht wordt met een politieke stabiliteit en een sterke economie. Daarom moeten wij de initiatieven van het publiek-privé partnership aanmoedigen om zo bij te dragen tot de ontwikkeling van dit land, door ons namelijk te steunen om de erkende bevoegdheden van onze ondernemingen en de bevoorrechte banden die België met de DRC verenigen.

Het is spijtig dat interessante beslissingen, die het aansporen van de investeringen en de onderlinge handel beoogen, al te dikwijls in een ontwerpstadium blijven omdat de bevoegde Congolese instanties het geheel niet formaliseren. Als voorbeeld, voor de Belgische ondernemingen, kunnen we de Wet op de bescherming en de stimulering van de investeringen (Loi de protection et de promotion des investissements) aanhalen, alsook het  Verdrag tot voorkoming van dubbele belasting die nog steeds niet strikt toegepast worden.

Bepaalde hervormingswetten, zoals deze van de Landbowcode (Code Agricole) van december 2011, zijn in se vreemd genoeg drager van een rem tot de investeringen, alhoewel het doel was deze te stimuleren.

De DRC moet absoluut een gunstig bedrijfsklimaat creëren door in te werken op de regering, de strijd tegen corruptie, de gewaarborgde grondpacht, de toegang tot energie en het handelsrecht.

De laatste jaren werden belangrijke inspanningen geleverd door de overheid van de DRC, namelijk met het oog op een terugkeer van de vrede, zelfs nu bepaalde delen van het land nog steeds ten prooi vallen aan onaanvaardbaar geweld, op het organiseren van verkiezingen in 2006 en 2011, op de verbetering van het macroeconomisch kader en de stabilisering van de munt.

Met haar 2,3 miljoen km2 en haar geostrategische positie in het hart van Centraal Afrika, is de DRC daarenboven lid van SADC (Southern African Development Community), van CEEAC (Communuaté Economique des Etats de l’Arique Centrale) en van COMESA (Common Market for Eastern and Southern Africa), hetgeen het land tot een onvermijdelijk kruispunt maakt voor de handel en voor de uitwisselingen in de sub-regio. Zo werden en worden belangrijke middelen, met de hulp van buitenlandse partners, ingezet voor de ontwikkeling van de infrastructuren en het oprichten van uitwisselingspunten, zowel op het wegennet als op het waterwegnet tussen de provincies en met de aanpalende landen.

Het toetreden tot OHADA (L’Organisation pour l’Harmonisation en Afrique du Droit des Affaires), het oprichten van meerdere unieke loketten zoals het loket voor de oprichting van ondernemingen, voor de liberalisering van de elektriciteit alsook van de sector van de verzekeringen zijn zoveel andere stimuli voor onze ondernemingen om het risico te nemen “een sprong” te maken door een activiteit te ontwikkelen in de DRC die zoveel mogelijkheden biedt.

We hopen dat het geheel van de Congolese politieke klasse er in de komende maanden er op zal op toezien dat voorrang verleend wordt aan het welzijn van haar bevolking en haar rechtmatig verlangen naar een betere toekomst, door de verworvenheden van de laatste jaren te vrijwaren om zo aan het land toe te laten haar opmars voort te zetten naar een lang verhoopte welvaart en het niet te laten bij een illusie.