Onuitputtelijke energiebronnen

0
6962

Ondanks zijn miljard mensen, bereikte Afrika slechts 4% [1] van de wereldwijde vraag naar energie. Volgens de prognoses van de Verenigde Naties, zal de Afrikaanse bevolking naar verwachting uitkomen op 2,5 miljard tegen 2050. Een demografische stijging waarvan de gevolgen vooral in de steden zal ondervonden worden en onverbiddelijk een invloed zal hebben op het energieverbruik. Vandaag hebben 600 miljoen mensen geen toegang tot elektriciteit. De effecten hiervan verzachten is alleen mogelijk door 200 miljard Euro te investeren over een periode van meer dan tien jaar [2] . Elektrificatie is ook van vitaal belang voor de economische ontwikkeling van het continent. De beschikbare energiebronnen zijn nochtans aanzienlijk en de bestaande proefprojecten ​​over het hele continent bewijzen hun doeltreffendheid. Overzicht van de energiebronnen die gunstig zijn voor de landbouw, het milieu en de economie.

Afrika beschikt over aanzienlijke middelen voor hernieuwbare energie. Momenteel wordt geothermische energie uitgebaat in Oost-Afrika, hydraulische energie in Centraal-Afrika. Windenergie, voornamelijk gelegen aan de Atlantische kust van Noord-Senegal, is significant. In haar laatste verslag, schat het Internationaal Agentschap voor Hernieuwbare Energie (l’International Renewable Energy Agency IRENA) dat 300 GM uit groene bronnen zou kunnen voortkomen tegen 2030. [3] Volgens de ondervoorzitter van het Intergovernmental Panel on Climate Change: “op zichzelf beschouwd betekent dit helemaal niets, maar in de Afrikaanse context, is dit een ambitieuze doelstelling”.

Ondanks dit potentieel, wordt slechts een fractie van de Afrikaanse hernieuwbare energiebronnen uitgebuit. Op het gebied van hydraulica, dat ⅕ van het huidige aanbod vertegenwoordigt, wordt nauwelijks 10% van het geschatte vermogen gebruikt. Te meer, terwijl West-Afrika een van de zonnigste regio’s op aarde is, betekent het aandeel van zonne-energie in de energiemix van de regio minder dan 1%. [4]

Het energiepotentieel is gelukkig vol belofte: 334 GW per jaar, te verdelen op basis van IRENA tussen de windenergie (100 GW), met name in het Noorden, Oosten en Zuiden van het continent, zonne-energie (100 GW), hydraulische energie (100 GW), biomassa (30GW), in het bijzonder in Centraal-Afrika, en geothermische energie (3-5 GW), grotendeels in de Grote Riftvallei.

Het Afrikaans initiatief voor hernieuwbare energie, opgericht in 2015 tijdens de COP 21, gaf zichzelf de opdracht om deel te nemen aan de ontwikkeling van hernieuwbare energie op het Afrikaans continent. In die zin wordt het initiatief toegevoegd aan talrijke reeds bestaande programma’s zoals het “PowerAfrica” partnerschap of het “Programma voor Ontwikkeling van de Infrastructuren in Afrika” (Programme for Infrastructure Development in Africa – PIDA). [5]

Het Afrikaanse initiatief voor hernieuwbare energie levert eerst en vooral financiële bijstand. Terwijl het Internationaal Energie Agentschap (IEA) meent dat, om de universele toegang tot energie te bereiken een investering van 300 miljard dollar noodzakelijk is, biedt het programma, dankzij de internationale hulp, 10 miljard euro ervan te mobiliseren tussen 2016 en 2020. Het doel zijnde de productie van duurzame energie te verhogen met ten minste 10 GW tijdens dezelfde periode. [6]

Het programma biedt een logistieke ondersteuning door het groeperen van de Afrikaanse staten, de regionale instellingen en internationale partners rond een concreet actieplan en een gemeenschappelijke visie verdeeld over 3 fasen. [7]

De eerste fase bestaat uit de identificatie van 240 projecten met hoog potentieel. In een tweede fase zullen de werkzaamheden in de prioritaire gebieden worden gefinancierd en uitgevoerd om de doelstelling van 10 GW toename van groene energie in 2020 te bereiken.

Nadien zal de hulp veralgemeend worden, door de lessen te trekken uit de vorige twee fasen. Het doel is 300 GW productieverhoging van hernieuwbare energie te bereiken tegen 2030. [8]

Tijdens de COP21, presenteerde Ségolène Royal een verslag waarin 240 projecten met betrekking tot hernieuwbare energie geïnventariseerd werden, waarvan de gecombineerde elektrische capaciteit 45,4 GW zou bereiken, wetende dat Afrika vandaag over 34 GW hernieuwbare productie-eenheden beschikt. [9]

Het verslag vermeldt 58 projecten in verband met hydro-elektriciteit, maar ook 62 zonne-energieprojecten, 16 windenergieprojecten en zelfs 13 geothermische projecten zonder de 35 mix-projecten (door het combineren van meerdere technologieën) te vergeten. [10]

Onder de 240 vermelde projecten bevinden zich gigantische energiecentrales, naar het beeld van het windmolenpark van de Golf van Suez in Egypte (2.400 MW) of de waterkrachtcentrales van Inga III in de Democratische Republiek Congo (4.500 MW) en de Lauca in Angola (2.070 MW).[11]

Laten we eens het Inga III [12] hydro-elektrisch project van nader bekijken… Deze hydro-elektrische dam zal een productiecapaciteit van 4.500 MW hebben. Een ambitieus project, dat door anderen zal worden gevolgd. Inderdaad, vijf andere dammen zullen gebouwd worden en de hele productiecapaciteit zal 40.000 MW bereiken, met andere woorden het equivalent in energie van 20 kerncentrales. Men verwacht dat de uiteindelijke structuur tweemaal krachtiger zal zijn dan de Drieklovendam in China en 40% van de elektriciteit van het Afrikaanse continent zal kunnen voorzien.[13]

Wat betreft de Lauca centrale startte de bouw in 2012 aan de rivier de Kwanza. De kosten worden geraamd op 4,3 miljard dollar en wordt gedeeltelijk mede ondersteund door Brazilië. Dit zal de grootste centrale worden in het land op het ogenblik van haar ingebruikname in 2018. Bovendien, heeft Angola zich tot doel gesteld een capaciteit van energieproductie van 9.000 MW te bereiken in 2025.[14]

Hoewel de uiteengezette projecten grootschalige projecten zijn, bevat de lijst ook kleinere projecten van enkele megawatt of een paar tientallen megawatt, die even belangrijk zijn voor de ontwikkeling van energie op het continent zijn.

Inderdaad, laat ons het hebben over een van de vlaggenschip projecten in de geothermische energiesector. Met een capaciteit van 280 MW, is het Olkaria Geothermal Power Plant, gevestigd in Naivasha in het noorden van Kenia, nu een van de grootste geothermische centrales ter wereld. In dit land waar het verbruik van elektriciteit laag is, bezorgt Olkaria een equivalent van stroomvoorziening voor 500.000 gezinnen[15] .

Al is Olkaria momenteel de enige geothermische centrale op het continent, rust, in de regio, veel hoop op deze nieuwe energiebron. Het bewijs hiervoor is dat andere centrales gepland worden in Oost-Afrika, Ethiopië, Tanzania of ook nog in Djibouti. [16]

Tenslotte, al zijn de hierboven besproken projecten reeds in uitvoering en al zullen ze worden versneld dankzij het AIRE – The African Initiative for Renewable Energy -, blijven anderen te materialiseren en moeten ze financiering vinden.[17]

 

COP 22
Vooruitlopend op de top, organiseerde de koning van Marokko op 16 november 2016 een pan-Afrikaanse vergadering over de strijd tegen de klimaatverandering. Op dezelfde dag, ontstonden twee nieuwe initiatieven: de lancering van een netwerk van investeerders en het transformeren van I4CE in een Noord-Zuid denktank over het klimaat. De opkomst van een “klimaatfinanciering” op het continent is aan de gang.


De doelstellingen van het Akkoord van Parijs

In 2015 tijdens de COP21 in Parijs, onderschreven 195 delegaties het Akkoord van Parijs, dat voorziet de gemiddelde stijging van de wereldtemperatuur ruim onder de 2°C te beperken in verhouding tot de niveaus van het pre-industriële tijdperk. De ontwikkelde landen zullen het goede voorbeeld moeten blijven geven door zich ertoe te verbinden hun uitstoot in absolute waarden over hun gehele economie te verminderen. Ontwikkelingslanden worden aangemoedigd om vooruitgang te boeken met als doelstelling het verminderen of beperken van de uitstoot van hun gehele economie. In ruil daarvoor zullen ze financiële ondersteuning krijgen.

Op 6 oktober 2016 werd de drempel van de 55 landen verantwoordelijk voor meer dan 55% van de uitstoot van broeikaseffect gassen bereikt, waardoor de inwerkingtreding van het Akkoord van Parijs mogelijk werd. Bij deze integreert COP22 het kader van de actie met betrekking op de verwezenlijking van de verschillende hoofdlijnen weerhouden in het Akkoord van Parijs, waaronder die met betrekking tot de aanpassing, de transparantie, de overdracht van technologie, de mitigatie, de capaciteitsopbouw, de schadevergoeding en de financiering.


Financiering, de sleutel tot de strijd voor het klimaat

Het Akkoord van Parijs erkent dat, tegen 2020, 100 miljard dollar (leningen en giften) moeten worden besteed aan de financiering van projecten om de landen toe te laten zich aan te passen aan de klimaatverandering (zeespiegelstijging, droogte. …) of om de uitstoot van broeikasgassen te beperken. Deze financieringen zouden naar verwachting geleidelijk moeten verhogen en een aantal ontwikkelingslanden, zullen, op vrijwillige basis, ook donoren kunnen worden om de meest kwetsbare landen te helpen.

Aanpassing van de Afrikaanse landbouw

De bevolking van Afrika zal bijna verdrievoudigen tegen 2050. Het zal zijn landbouwproductie moeten verdubbelen tegen 2030 en verdrievoudigen tegen 2050. Daarnaast is het Afrikaans continent, terwijl nu slechts verantwoordelijk voor 4% van de uitstoot van broeikasgassen, het zwaarst getroffen door de klimaatverandering. Paradoxaal genoeg, krijgt het slechts 6% van het klimaatfonds waarvan nauwelijks 17% van de publieke financiering. Wat de agrarische sector betreft, krijgt die slechts 4%, terwijl die 40% van de werkgelegenheden genereert.

De versterking van de veerkracht van de productie van de landbouw wordt zo weergegeven als een prioriteit voor de voedselzekerheid en de economische ontwikkeling van het continent.

Gedreven door Marokko, werd het initiatief voor de Landbouwaanpassing in Afrika (Adaptation de L’Agriculture en Afrique – AAA) in april 2016 gelanceerd. Het is de bedoeling om de kwetsbaarheid van Afrika ten aanzien van de klimaatverandering te beperken. De minister van Landbouw en Zeevisserij van Marokko, Aziz Akhannouch, was één van de eersten die “een link tussen de ontwikkeling van de landbouw en klimaatverandering” vastlegde, om de lijnen te verplaatsen en een doeltreffend en concreet antwoord te bieden aan de vaststelling van een drievoudigheid in de financiering “Aanpassing van de Afrikaanse landbouw”. Triple A kan voor zijn ontwikkeling rekenen op de belangrijke dynamiek die de Zuid-Zuid samenwerking vandaag kent en de toenadering tussen de Afrikaanse staten.

Het Triple A-initiatief is bedoeld om de financiering van de aanpassing van de Afrikaanse landbouw te waarborgen en de productiviteit van de landbouw te verhogen op het continent, door 30% van het investeringsplan te vangen verstrekt vanaf 2020 voor de aanpassing van de ontwikkelingslanden. Dit vertegenwoordigt 30 miljard dollar per jaar voor de ontwikkeling van Afrika.

Op 30 september 2016, hebben 27 Afrikaanse landen de Verklaring van Marrakesh goedgekeurd. Deze verklaring tekent de oprichting van een coalitie met de bedoeling de aanpassing van de Afrikaanse landbouw in het hart van de onderhandelingen van de COP22 te brengen en verleent aan:

. Het luik “onderhandelingen” om de aanpassing van de Afrikaanse landbouw in het hart van de uitdagingen van de COP te brengen en een eerlijke verdeling van de middelen tussen klimaatverandering adaptatie en mitigatie te bekomen.

. Het luik “oplossingen”, om de uitvoering van concrete en innovatieve projecten op het gebied van ruimtelijke ordening, de controle van het landbouwwater, het beheer van de klimaatrisico’s en de capaciteitsopbouw en financiële oplossingen te bevorderen en te stimuleren.

Schoolboekvoorbeeld: Marokko – van invoer naar uitvoer

Vandaag is Marokko sterk afhankelijk van de import van energie om aan zijn behoeften te voldoen: 95% van de middelen komen uit het buitenland. Met een verbruik van geschat 123 000 vaten olie per dag en 560 miljoen kubieke meter gas, is Marokko de grootste invoerder van fossiele energie in de regio Midden-Oosten/ Noord-Afrika. De primaire vraag naar energie blijft groeien (+ 7,2% gemiddeld tussen 2002 en 2012). Om aan de eisen van de economische groei en de industriële ontwikkeling te voldoen, zal deze eis naar verwachting verdrievoudigen tegen 2030 en zijn elektriciteitsverbruik verviervoudiging.

Om met deze sterke afhankelijkheid te breken, heeft Marokko van de verbetering van de elektriciteitsproductie op zijn grondgebied een prioriteit gemaakt in zijn energiestrategie voor 2010-2030. Deze strategie is gebaseerd op het Marokkaans zonneprogramma, en werd op 2 november 2009 door koning Mohamed VI opgestart. Het doel is om het aandeel van hernieuwbare energie in het elektriciteitsnet te verhogen tot 42% tegen 2020.

Dit internationaal erkende programma zal op termijn zorgen voor een jaarlijkse productiecapaciteit van 2 GW. Deze productiecapaciteit zal 14% van de geplande elektriciteit vertegenwoordigen voor 2020. Het programma zal toelaten 1 miljoen ton olie-equivalent (TOE) te besparen en de uitstoot van 3,7 miljoen ton CO2 per jaar te vermijden (het equivalent van de uitstoot van 780.000 auto’s). De totale kosten van het investeringsprogramma worden geschat op 90 miljard dollar.

In aanvulling op de elektriciteitsproductie, omvat het programma training, technische expertise, onderzoek en ontwikkeling, bevordering van geïntegreerde zonne-industrie en mogelijk zeewater ontzilting. Het Marokkaanse agentschap voor zonne-energie (Masen), opgericht in maart 2010 is verantwoordelijk voor de uitvoering van het programma.[18]
Concrete projecten NOOR o, II & III

 

Het Ouarzazate zonnecomplex is de eerste verwezenlijking van het zonneprogramma van Marokko ook genaamd “Noor,” wat “licht” of verblinding betekent in het Arabisch. Het doel van het programma NOOR is het ontwikkelen van minstens 2.000 MW productiecapaciteit van elektrische energie uit zonnebronnen in 2020. Het programma is een onderdeel van de nieuwe energiestrategie van Marokko voor 2010-2030, gericht om de energievoorziening van het land te beveiligen, om de afhankelijkheid van het Koninkrijk t.o.v. het buitenland duurzaam te beperken en om en de bronnen van de productie te diversifiëren door het deel van de duurzame in de elektriciteits-mix op te schroeven tot 42% in 2020 tegen minder dan 15% vandaag. Uiteindelijk zal NOOR toelaten jaarlijks een miljoen ton olie-equivalent brandstof te besparen door en de uitstoot van 3,7 miljoen ton CO2 voorkomen. Het is ook bedoeld om een ​​lokale industrie te ontwikkelen op het vlak van duurzame energie.

Het complex ligt op 10 kilometer van de Marokkaanse stad Ouarzazate en zal beschikken over een capaciteit van 510 MW productie beschikken tegen 2018. Het is een hoofdonderdeel van het zonneprogramma NOOR. Dit complex is kreeg de naam de naam NOORo. De index “o” geeft de locatie van Ouarzazate, andere complexen zullen worden ontwikkeld in het kader van het NOOR-programma (Mindel, Tata, etc.) en zullen kenmerkende aanwijzingen hebben om hun locatie aan te duiden. Het Ouarzazate zonnecomplex, zodra afgewerkt in zijn geheel, zal jaarlijks de uitstoot van 762.000 ton CO2 voorkomen, het zij 19 miljoen ton meer op 25 jaar uitbating. [19]

 

De gaspijpleiding

Nigeria en Marokko hebben een zijn met een project gestart om een ​​regionale gaspijpleiding aan te leggen. Het project heeft tot doel de gasvoorraden van Nigeria te verbinden aan met die van verschillende West-Afrikaanse landen en Marokko.

Concreet gezien vereffent het Marokkaanse-Nigeriaanse partnerschap de weg voor de stroomvoorziening van de landen door dewelkewaar de toekomstige gaspijpleiding zal doorlopen, samen goed voor 4000 km. Dit gigantische project tussen de Golf van Guinee en Marokko is het eerste in zijn soort, en zal uiteindelijk ook Europa kunnen verbinden, een belangrijke afnemer van koolwaterstoffen. Het hoofd van de Nigeriaanse diplomatie, Geoffrey Onyeama, heeft trouwens de gehechtheid van Abuja naar meer openheid op de Europese energiemarkt benadrukt, gebruik makend van de affiniteiten en de complementariteit ontwikkeld met het Koninkrijk en de West-Afrikaanse landen. Marokko zal in het bijzonder bijdragen aan de ontwikkeling van de industriële clusters geïntegreerd in de sub-regio, in sectoren zoals de industrie, de landbouw en de kunstmest, om buitenlands kapitaal aan te trekken. Het zal vooral over het verbeteren van het concurrentievermogen van de export gaan en het stimuleren van de lokale verwerking van natuurlijke bronnen die beschikbaar zijn voor de nationale en internationale markten.[20]

Dit Zuid-Zuid samenwerkingsplatform streeft naar de oprichting van joint-ventures die het hele gebied op het pad van een hogere groei kan plaatsen, gebruik makend van de complementariteit en duurzame synergiën, op basis van inclusieve benaderingen. Een dergelijke visie geeft wel een beeld van de gedreven, solidaire en geïntegreerde strategie van Koning Mohammed VI naar Afrika toe, met op de voorgrond, de ontwikkeling van een model van, wederzijds voordelige, economische samenwerking en de verbetering van de levensomstandigheden van de Afrikaanse burgers.[21]

[22]

[1] Verslag van COP21 over de Afrikaanse initiatieven. Bron : https://www.actu-environnement.com/media/pdf/news-27535-rapport-Afrique-EnR.pdf

[2] Naar het plan van Jean-Louis Borlee, voormalig Frans minister

[3] Veslag COP22 : “COP22, la COP de l’Action”, Persbericht, Marrakech

[4] IRENA, International Renewable Energy Agency, Verslag Africa’s renewable future

[5] verslag Cop21, Op.cit.

[6] verslag COP21, Op.cit

[7] Ibid.

[8] Ibid.

[9] Ibid.

[10] Persbericht van Ségolène Royal, L’initiative africaine pour les énergies renouvelables, http://www2.developpement-durable.gouv.fr/IMG/pdf/2016-09-20_ENR_en_Afrique_NY.pdf

[11] Verslag van de COP21 over de Afrikaanse initiatieven. Bron : https://www.actu-environnement.com/media/pdf/news-27535-rapport-Afrique-EnR.pdf

[12] Lees ook ons artikel in het tijdschrift van juni 2016 over « Le Grand Inga », door Paul Frix

[13] International Rivers, https://www.internationalrivers.org/fr/campaigns/le-barrage-grand-inga-rd-congo

[14] Ibid.

[15] EDF, de uitdagingen van de energetische overgang begrijpen https://www.lenergieenquestions.fr/le-kenya-produit-la-moitie-de-son-electricite-grace-a-la-geothermie/

[16] Ibid.

[17] Ibid.

[18]NOORo : de grootste photovoltaieke centrale ter wereld verhoogd zijn deel aan duurzame energieën in de elektriciteitsproductie in Marokko https://www.afdb.org/fileadmin/uploads/afdb/Documents/Generic-Documents/Dossier_de_Presse_NOORo.pdf

[19] NOORo, Opcit.

[20] Le Reporter Maroc, Gazoduc Maroc-Nigéria, https://www.lereporter.ma/gazoduc-nigeria-maroc-quest-ce-que-cest-au-juste/

[21] Le Reporter, Op.cit.

[22] http://www.jeuneafrique.com/mag/382678/economie/nigeria-a-lespagne-passant-maroc-projet-de-gazoduc-offshore-pharaonique/